Intro Kenya en Tanzania 1993
In september 1993 is het zover. Een droom komt uit. Ik ga voor de eerste keer naar Oost-Afrika. Hoewel ik nauwelijks
enig idee heb van wat me te wachten staat, overtreft deze groepsreis al mijn verwachtingen. Vanaf het moment
van aankomst tot vertrek leef ik in een soort roes.
Drie weken lang kijk ik mijn ogen uit. Het is te veel om allemaal verwerkt te krijgen. Mijn hoofd tolt van de emoties. Alles wat ik zie
en meemaak is nieuw voor mij: bananenplantages, tropische regenbuien,
alleen maar donkere mensen, olifanten, leeuwen (met vers gevangen prooi), de geuren, de Masai (en hun dansen), ontwaken op Mount Kenya,
andere culturen, andere geluiden, nog veel meer wilde dieren, de evenaar, in een tent slapen op de vlaktes van Kenya (met olifanten,
nijlpaarden en hyena's om ons heen), koffieplantages, rode aarde, de evenaar, eindeloos stof, extreme hitte, daverende armoede.
Bij Lake Nakuru zien we duizenden en duizenden flamingo's. De hele rand van het meer kleurt roze. Wat een pracht!
We rijden door een groot deel van Kenya en bezoeken in het noorden het Turkana-meer. In Tanzania zien we de Serengeti en de Ngorongorokrater.
Het kan niet op. En wat is het allemaal mooi! Ik verslind elke dag met mijn ogen. Mijn hart verkleeft aan dit gebied, dat zóveel heeft
te bieden. Het is een overweldigende ervaring die knalhard binnenkomt.
A life changing experience.
Even buiten Nairobi bezoeken we het huis waar de schrijfster Karen Blixen van 1914 tot 1931 heeft gewoond. Zij bestiert daar een koffieplantage,
die uiteindelijk afbrandt, waarop zij terugkeert naar Denemarken, waar zij het boek 'Een lied van Afrika' schrijft. Dit boek is
verfilmd ('Out of Africa'). Aangezien deze film in 1985 een diep geworteld verlangen naar Afrika bij mij opriep, is dit bezoek bijna een 'moetje'.
In het begin van de film staat Blixen op een treinwagon, rijdend door open Kenyaans landschap. Over datzelfde spoor gaan wij deze reis met de koloniale
'Lunatic Express' in een sukkelgang van Mombasa aan de kust naar Nairobi. Dat is echt leuk om te doen. Ruim een half etmaal wanen we ons in de
koloniale tijd, toen de Britten het nog voor het zeggen hadden in Kenya. Gedurende vijfhonderd kilometer glijdt de tweehonderd meter lange trein
tergend langzaam door het Afrikaanse land. Toeristen hangen uit de open ramen om maar niets te missen van de savanne. De route loopt dwars door
het wildpark Tsavo en we zien giraffes en impala's tot vlak bij de trein. Ongekend. We passeren vele kleine nederzettingen en mensen pal langs het
spoor. In de restauratiewagon zijn de tafels gedekt met damasten lakens,
draagt het personeel witte gesteven jasjes en wordt de 4-gangenmaaltijd geserveerd op fraai porcelein vanaf zilveren dienbladen. 's Nachts
hobbelen en schokken we in ons bed. In de laatste kilometers van de treinrit passeren we eindeloos de sloppenwijken van Nairobi. Al met al
een zeer afwisselende ervaring. En de wagon van Blixen bestaat nog, te zien in het Spoorwegmuseum in Nairobi.
Wij verlengen onze reis met een verblijf op het eiland Lamu. Op de terugweg rijden we onder begeleiding van gewapende militairen per bus via Malindi
naar Mombasa. Er zijn aanvallen geweest van vluchtelingen uit Soedan. Ook dat is Afrika.
Van deze trip is een
reisverslag
terug naar Truck en Jeep
Dit verhaal is eerder gepubliceerd
in het Zaterdags Bijvoegsel van
Haarlems Dagblad en Leidsch Dagblad
in juli 1994
Deze reis is gemaakt met Baobab