De weelderige begroeiing in het binnenland van de Dominicaanse Republiek. Foto: Stella van Zanten©
In het voorjaar van 2006 zijn we toe aan een luiervakantie op een warm eiland. Rust en een beetje zwemmen. We besluiten eens een keer naar het
Caribisch gebied te gaan, om precies te zijn: de Dominicaanse Republiek. Daar zijn we nog nooit geweest. Wel was ik in 1980 op het
buureiland Puerto Rico, maar de Dominicaanse is nieuw voor mij. Het land ligt op het oostelijk deel van het eiland Hispaniola. De westkant is Haïti.
We boeken een verblijf in één van de resorts in
toeristenplaats Punta Cana, op de oostpunt van het eiland. Het hele jaar is het er tussen de 25-35°C.
Dat is precies wat wij zoeken. Zelfs oud-president Bill Clinton van de Verenigde Staten is ons voorgegaan. Als we
over de boulevard naar het strand lopen, hangt op een schutting zijn foto. Te gast in een plaatselijk horeca-etablissement met de glunderende eigenaar
aan zijn zijde.
Het stuk strand waar de gasten van het resort verblijven, valt bij ons niet zo in goede aarde (te druk). Dus hangen we bij het zwembad (ook druk). Na een aantal dagen
kunnen we het resort 'ontvluchten', omdat onze twee excursies gepland staan. Vanuit Nederland hebben we geboekt bij de Belg Wimpy, die zijn zaken
behartigt via een email-adres en een telefoonnummer. We fronsen onze wenkbrauwen enigszins, maar onze email wordt beantwoord en we vertrouwen er maar op
dat het allemaal goed komt. In Punta Cana hebben we telefonisch contact en inderdaad, hij verschijnt aan de balie van het hotel. Wimpy blijkt een innemende
man, die gepokt en gemazeld is in het excursie-wereldje.
Twee verschillende dagen lang toont Wimpy ons enkele attracties van de Dominicaanse Republiek. Hij haalt ons - en de rest van de groep -
af aan de receptie van ons resort en we stappen in een truck. We rijden door enkele pittoreske dorpjes en natuur. Doel is een 'colmado', een winkeltje
waar de plaatselijke bevolking de inkopen doet.
We bezoeken enkele families, die leven van de landbouw, vee en cacao -en koffieplantages. We nemen ook een kijkje op deze plantages. Eerlijk gezegd hebben we deze al
vaker gezien, in Afrika, waardoor de bekoring er wat vanaf is. Evengoed blijft het natuurlijk altijd mooi om te zien.
Ook doen we de Saona Crusoe Expedition VIP. Eerst rijden we door het binnenland, waar we het binnenhalen van het suikerriet zien. Enorme houten karren, vol met
afgesneden stengels, staan op de akkers. De karren worden getrokken door zes ossen. Nergens is een tractor te bekennen. Het is nogal een armoedig
bestaan hier.
In het vissersdorpje Bayahibe stappen we in een grote speedboot, op weg naar het turkooise water van "La Piscina
Natural". We zien zeesterren en we kunnen snorkelen, in het ondiepe water. Voor zover we kunnen kijken zien we de lichtblauwe zee,
die aan de einder overgaat in de lucht. Erg mooi. Daarna varen we langs de mangroven van het natuurpark richting Mano Juan, een dorpje
op het eiland Saona.
Er is een barbecue op een privéstrand. Vanaf daar gaan we met een mega catamaran terug. Aan boord is volop drank aanwezig en
het leven wordt dan ook gevierd. Het laatste stuk moeten we met een truck. De zeer hobbelige rit komt het welzijn van sommigen niet
ten goede.
Achteraf vinden we het overigens jammer dat we onszelf zo aan de oostkant van het eiland hebben vastgenageld. De Dominicaanse heeft zoveel meer te bieden
dan wat wij hebben gezien. Meer naar het westen van het land liggen oneindig veel bezienswaardigheden. Maar wellicht voor een volgende keer.
Hoewel, de sfeer op het vliegveld in combinatie met de drugshonden die aan onze tassen snuffelen, jaagt ons angst aan. Blij dat we in het vliegtuig zitten.
naar boven
terug naar Auto
Deze excursies zijn gemaakt met Wimpy Punta Cana - www.wimpypuntacana.com