
De Kadiut-brug, een oude, stenen voetbrug uit de Ottomaanse tijd met ernaast enkele thermale baden. Foto: Stella van Zanten©
Albanië is vergeven van de meest mooie plekken, maar de thermale baden van Bënjë behoren toch wel tot de uitschieters. Op slechts
enkele kilometers van Permet treffen we schoonheid in het kwadraat. Aan het begin van de ernaast gelegen magnifieke Langarica-canyon ligt daar
de machtige en beeldschone Kadiut-brug, een oude, stenen voetbrug uit de Ottomaanse tijd. De brug dateert uit de 18de eeuw en markeert het begin
van de circa vijf kilometer lange canyon. Aan weerszijden liggen de mooiste thermale baden die Bënjë heeft te bieden.
Het is rond acht uur in de ochtend als we in stilte aankomen. Onderweg zijn we slechts opgehouden door een enorme kudde schapen die samen met de
herder de weg in beslag namen. Vanaf de parkeerplaats passeren we een behoorlijke rij campers die hier de nacht hebben doorgebracht. Hadden wij
ook kunnen doen. De Kadiut-brug ligt er onbetreden bij. Op dit tijdstip hebben we deze magische plek vrijwel voor ons alleen. Eerst natuurlijk
in het thermale bad, dat we - o, Heer - helemaal voor onszelf hebben. We laten ons zakken in het lauwwarme en licht naar zwavel ruikende bad en we
kijken uit op de oude brug en de bergen. Wat een moment. We liggen in één van de Albanese kroonjuwelen en voelen ons euforisch. Wat een plek!
We hangen op de stenen rand en verlekkeren ons aan het uitzicht. Er is besef hoe bevoorrecht we zijn. Voor even is dit stukje wereld van ons.
Geweldig. Als er andere baders aankomen, kleden wij ons aan.


Langarica-canyon
Opgefrist lopen we de kloof in. We hebben besloten onze loopschoenen aan te houden, ook al doorwaden we talloze malen de rivier. Overal waar we
gaan, liggen keitjes, keien en grotere stenen. En dan zijn loopschoenen wel zo prettig. Meestal is het
heel ondiep, maar een enkele keer wel een meter. Oppassen, voorzichtig de voeten neerzetten en niet vallen. Het gaat goed. De steile wanden van de
canyon zijn niet zo hoog als in the Narrows in Utah (VS), maar het is evengoed prachtig. En stil. Ongeveer 3,5km lopen we de kloof in. Dan keren we
om. De rivier wordt hier echt te diep voor ons.
In de kloof treffen we ook nog enkele baden, waar lokale Albanezen van genieten. Kampvuurtje erbij, kopje koffie. Ze lachen vriendelijk naar ons.
Tijdenlang lopen we met z'n tweeën, er is niemand. Pas als we de kloof bijna uit gaan, komen ons nog wat lopers tegemoet. Maar dan regent het
al en willen wij snel naar de auto.
Als twee zwavelstokjes rijden we weg van deze magische plek.




In Permet eten we diverse keren heel goed bij restaurant Antigonea. Als we ongeveer de halve menukaart hebben vertaald met behulp van Google
translate zegt de serveerster dat achterin de kaart alle gerechten in het Engels staan vermeld. Het is maar dat u het weet. Vanaf de auto lopen we
over schitterende, brede stoepen van natuursteen met bomen erin naar het restaurant. Die stoepen van natuursteen hebben we trouwens ook in Berat
gezien. En niet alleen stoepen, hele pleinen hebben de Albanezen aangelegd met de mooiste stenen. We passeren een ruimte waarin kinderen tafeltennis
spelen. Hun vreugdekreten galmen door de ramen. Het leven is goed hier.

