Oslo

Oslo


volksdansen Noorwegen

Volksdansers in het openluchtmuseum in Oslo. Foto: Stella van ZantenĀ©


kaart bygdoy

We komen in Oslo aan. Zoals elke camperreis willen we ook nu graag de hoofdstad van het land bezoeken. De camper parkeren we bij de Sjølyst marina, een enorme jachthaven aan de zuidkant van de stad, langs het noordwesten van het schiereiland Bygdøy. Op Bygdøy liggen diverse musea. En daar vandaan vertrekt ook het pontje naar de stad. Vanaf de camperplaats (helemaal achteraan) volgen we het bordje Bygdøy Sjøbad, 1.3 km. Eerst een stukje bos en dan open veld met een groepje fraaie rode, houten huizen. Dat is Hengsengen, een complex van organische tuinen, vlak bij de zomerresidentie van de Noorse koning.
Voor die huizen langs loopt een weggetje, dat slaan we in. We lopen tot we bij de weg komen. Daar gaan we naar rechts. Vanaf daar kun je de bussen achterna lopen of de bordjes 'museer'. We passeren een koninklijk verblijf en na zo'n veertig minuten bereiken we het eerste museum. We bezoeken het Vikingschipmuseum (met het zeer goed bewaarde Vikingschip Oseberg), het Frammuseum (met de Fram, het beroemde poolschip waarmee onder andere de Noorse ontdekkingsreiziger Roald Amundsen naar de Zuidpool voer) en het Kon-Tikimuseum met de Kon-Tiki en de Ra van de Noorse antropoloog Thor Heyerdahl. Alles is zeer de moeite waard en heel interessant. In het Norsk Folkemuseum struinen we urenlang rond. De zon schijnt inmiddels en het is leuk alle 155 traditionele huizen, inclusief een staafkerk, te bekijken. Op het centrale plein laat een groep vrijwilligers diverse volksdansen zien, onder begeleiding van een violiste.
De lunch gebruiken we in het ernaast gelegen leuke Kafe Arkadia, waar we een fantastisch broodje met garnalen, brokken zalm en rivierkreeftjes eten. Voor allebei ook nog een coca-cola en we kunnen 208 Noorse kronen afrekenen. Maar elke kroon is goed besteed.

Norsk Folkemuseum
koelschap met Noorse heerlijkheden

Aangezien we door Zweden en Denemarken naar huis rijden, zakken we na Oslo rustig naar de grens met Zweden. Het landschap is groen en glooiend en door de (opnieuw) zonneschijn ziet alles er lieflijk uit. In de vestingstad Fredrikstad blijven we een aantal dagen. Niet in het moderne deel, maar we lopen diverse keren de oude stad in (Gamlebyen). In dit deel wonen 350 mensen. Fredrikstad vinden we leuk en charmant, met allemaal oude panden, zowel van steen als van hout en stadsmuren. Fredrikstad is de best bewaarde (en nog levendige) vestingstad van Noord-Europa. De plaats oogt heel Europees, niet-Noors beter gezegd. We parkeren de camper voor de nacht naast de oude ophaalbrug, aan de rand van het oude gedeelte.

Het centrum van het oude Fredrikstad
Europese architectuur in Fredrikstad

Leuke plek. En heerlijk rustig. In de ochtend en aan het eind van de middag zegt de jonge eigenaar van het prachtige ernaast gelegen pandje, glasshytta, waar glas wordt geblazen, ons uiterst vriendelijk gedag. Een zeer geslaagd bezoekje aan Fredrikstad. De moeite waard.
Ons laatste Noorse wapenfeit betreft een dagtrip naar 'Foten', een 'strandplek' aan de scherenkust. Het ziet er mooi uit, maar jammer genoeg staat er een harde en frisse wind, waardoor we het eerder dan gepland voor gezien houden.

We hebben deze reis alleen maar vriendelijke Noren ontmoet, ze gedragen zich zeer relaxed en zijn vol geduld met (langzame) campers. Niet een keer hebben we een claxon gehoord of een onvertogen gebaar gezien. Onvoorstelbaar. Jammer dat het de slechtste en koudste meimaand sinds 1946 was.
Desondanks was het godallemachtig prachtig.

vorige pagina

naar boven

terug naar intro

terug naar Camper