De Nigards-gletsjer in volle glorie. Foto: Stella van ZantenĀ©
Klauteren naar de Nigards-gletsjer
Als we op de Noorse detailkaart kijken, aarzelen we. Kunnen we daar wel komen met onze camper?
'Daar' is de Nigards-gletsjer (Nigardsbreen), ofte wel de uitloper van de Jostedals-gletsjer. We hebben het niet zo op (kleine) gele weggetjes en op witte al
helemaal niet. Maar we lezen ergens dat de gletsjer echt de moeite waard is. Dus besluiten we toch te gaan.
We komen van de 55 naar Sogndal en rijden verder omhoog naar Gaupne. Daar gaan we de 604 op. De weg begint redelijk, met dorpen, maar
op een gegeven moment vragen we ons af waar we terecht zijn gekomen. Er is geen enkel teken van leven meer. Wel is de weg nog steeds goed begaanbaar. Het valt alles mee.
We rijden door en bij de plaats Nystol houden we links aan tot het bord 'Nygardsbreen'.
Bij het prachtige informatie-centrum (een soort staande schelp) zetten we de camper neer. Het parkeerterrein is vrijwel leeg. We besluiten naar de gletsjer te lopen, maar
eenmaal onderweg blijkt dat deze vijf kilometers ook met de auto afgelegd kunnen worden. Dus we draaien om, kijken nog een keer naar het
informatiecentrum, betalen met onze creditcard veertig Noorse kronen aan de slagboom en rijden tot we niet verder kunnen. Ook hier een vrijwel
leeg parkeerterrein, mét een fantastisch uitzicht op de Nigardsgletsjer. Voor ons ligt een spiegelglad gletsjermeer, dat nog
gedeeltelijk is bevroren. Aan de randen ligt sneeuw. En ook enkele gekleurde kano's.
De loopschoenen gaan aan en we begeven ons richting de blauwkleurige gletsjer. Hoewel het ijs ogenschijnlijk vlakbij is, blijkt het nog een hele toer om
erbij te komen. Vanaf hier is het nog een uur lopen en klauteren over rotsen, trapjes, door stroompjes en sneeuw, met constant zicht op de gletsjer.
Het is een vermoeiende tocht. Af en toe horen we aan de overkant van het meer gerommel. Brokken ijs en sneeuw komen met geweld de bergwand af. Op de gletsjer
zien we wandelaars in een rij.
En dan staan we aan de voet van de Nigardsbreen. Dat lonkende blauw met lichte delen ertussen, blijkt toch wat groezeliger dan gedacht. En
we kunnen tegen de verwachting in de gletsjer nog steeds niet aanraken. We kunnen wel bij het ijs komen, maar dan moeten we nog een stukje verder, zo denken we.
Maar daar verkijken we ons op. Na nog een uur lopen, klauteren en springen over rotsen en stroompjes houden we het voor gezien. We zijn al
te moe. En we moeten ook nog terug. Het is mooi zo. We hebben een geweldig zicht op de gletsjer en we zijn onder de indruk van haar
machtige gedaante. Eén brok natuur wat hier ligt.
Op verzoek fotograferen we enkele Zuidafrikanen, die op familiebezoek zijn. "Yeah, this is
quite different from where we live." Dat kun je wel zeggen. Hoewel zij feitelijk ook in een brok natuur wonen, maar dan anders.
Eigenlijk zijn we te ver doorgelopen, want we zien even niet goed hoe we terug moeten naar het 'pad'. Al die rotsen en stroompjes lijken
op elkaar en sommige kun je niet over. Te breed, of te hoog. Gelukkig komt de groep gletsjerlopers er net aan, met de gids. We lopen gewoon
achter hun aan, nou ja, in hun slipstream, want zij gaan te hard voor ons. Maar zo gaan we wel weer richting camper.
Het was de hele tijd zwaar bewolkt, maar eenmaal bij de camper gaat de zon schijnen. En zo zien we toch nog de Nigardsbreen schitteren in het middaglicht.
We blijven nog een hele tijd kijken naar dit imposante natuurverschijnsel.
Trollstigen en de 51
vorige pagina
naar boven
terug naar intro