Woonhuis aan de scherenkust bij Lindesnes fyr. Foto: Stella van ZantenĀ©
De reis begint eigenlijk aan de westkant van Denemarken. We rijden over de 11, langs het Limfjord, tot voorbij Fjerritslev en
dan de 55 op naar Løkken. Daar zoeken we naar de vuurtoren Rubjerg Knude, die ooit veilig in het duingebied
en ver van de zee verwijderd fier zijn lichtsignalen toonde. Maar heden ten dage valt de leegstaande toren steeds meer ten prooi
aan de elementen en is het duin flink afgeslagen. Inmiddels balanceert hij al akelig dicht aan de rand van het duin.
We rijden langs dorpen en vinden uiteindelijk de parkeerplaats waar vandaan het nog wel een eindje lopen is naar de vuurtoren. Als we het
duin oplopen, voelen we de hevige wind al. We worden compleet gezandstraald. Het is onmogelijk tegen de wind in te kijken. Onze
ogen zitten onder het zand en de rest ook. De vuurtoren is behoorlijk in verval, het eerste puin ligt al aan de voet. Hoe mooi de witte
schuimkoppen op de golven ook zijn, we kunnen er nauwelijks naar kijken. We zoeken beschutting achter de stenen toren om voor even onderdeel
te zijn van deze speciale plek.
Na de overtocht met de ferry Hirtshals-Kristiansand willen we langs de zuidkust naar Stavanger, de toeristische weg Nordsjøvegen volgen.
We rijden een stukje E39 naar Vigeland.
Daar gaan we de 460 op naar Lindesnes fyr, het zuidelijkste punt van Noorwegen. Ook zien we ons eerste fjord(je), het Sniksfjord.
De zon schijnt en we vinden het landschap gelijk al mooi. Wel een beetje smalle wegen, maar goed te doen. Als je helemaal tot aan de vuurtoren rijdt,
tref je een fraai gelegen ruime parkeerplaats aan waar je gratis mag overnachten. Aan het einde van de middag lopen we omhoog naar de vuurtoren, vanwaar we
fraai zicht hebben op de scherenkust. Veel rotsen. Een groepje kano's glijdt zachtjes door het water. Na het eten gaan we nogmaals om de
zonsondergang te zien. Prima plek daarvoor. We genieten lange tijd van het alsmaar mooier wordende licht. Helaas is de wind komen opzetten, maar we
gaan pas terug als we door en door verkleumd zijn.
In een Spar in Farsund kopen we voor € 21 drie kilo aardappelen, twee grote bekers yoghurt, een brood, crackers en een dressing voor over de sla.
We volgen de tolweg (465) naar Rørvik en vanaf daar de E39 naar Flekkefjord.
Aan de 44 lunchen we op picknickplek "Helleren" aan het
Jössingfjord. Helleren bestaat uit twee kleine, houten huizen uit de zeventiende eeuw, onder een enorme, overhangende rots. De
huisjes zijn open en te betreden, maar niet ingericht. We vervolgen de 44 via Hauge naar Egersund.
Daar rijden we een kleine landtong op naar
Skadberg (de 42), waar we de enige camper zijn op een prachtig gelegen camperplaats. We staan aan de rotsige scherenkust met uitzicht op zee. Pal
daarnaast is een terrein met diverse caravans met een vaste uitbouw. Nog nooit gezien. We doen 100 Noorse kronen in een box en vullen onze
watervoorraad aan bij de kraan tussen de 'camping' en de camperplaats.
Op de toeristische weg ('turistveger') Jæren even gestopt bij de Kvassheim fyr, niet heel bijzonder. We vervolgen onze route. Bij Varhaug verlaten
we de Jæren om naar Gamle Kirkegård te gaan (staat aangegeven). Dit is een begraafplaats uit de Middeleeuwen en nog steeds in gebruik,
met een fraai houten kapelletje en met uitzicht op de stevige branding. Wat een mooie plek om (definitief) te liggen. Het is er heel vredig. Langs de kust liggen
veel stenen in het land verspreid. Ook zien we stenen muurtjes, die veel weghebben van de Britse muren. Her en der zien we schapen. Het betreft
een vlakke streek, die later de enige van onze reis zal blijken te zijn. We rijden door weilanden en akkerbouwgebieden. We passeren diverse verlaten
stranden, al dan niet met kiezels, maar in verband met de straffe wind uit zee laten we strandbezoek voor een andere keer.
Stavanger willen we bezoeken voor het oude gedeelte van de stad. Dat valt eerlijk gezegd wat tegen, omdat we deze charmante wijk veel groter hadden
gedacht. De 'old town' bestaat uit twee
langere straten met wat zijstraten. We zien inderdaad mooie, witte, houten huizen en huisjes en allemaal samen in een straat geeft
dat wel een apart beeld. Het is echt de sfeer van vroeger, met de rode dakpannen en alles pico bello in de verf. Maar het is zo weinig. We hadden
gedacht dat de beroemde wijk veel groter zou zijn. Stavanger zelf maakt op ons geen grootse indruk. Als je langs de kade loopt, zie je aan de
overkant de leuke, witte huizen staan. Jammer dat daar bovenuit de nieuwbouw torent.
Ryfylke
naar boven
terug naar intro