De kustweg 133 loopt langs de kliffen van Ontika, met vrij zicht op de Finse Golf.
Foto: Stella van ZantenĀ©
Opnieuw staan we aan de grens met Rusland. Dat hele grote buurland dat zo lang de broeder van het kwaad is geweest voor de
Baltische Staten. Nu zijn we in Narva, een vrij grote stad in het uiterste noordoosten van Estland. De bevolking bestaat hoofdzakelijk
uit Russisch-sprekenden (95 procent). In heel Estland vormen de Russen circa een kwart van de bevolking. Na de inname van de Krim in
Oekraïne gold de eerstvolgende jaren voor (het oostelijk deel van) Estland een verhoogde staat van paraatheid. Ineens was een eventuele
inval weer actueel. Inmiddels is die dreiging weer afgenomen.
In Narva komen we onbedoeld in een lange rij auto's en campers terecht. Dit blijkt de rij voor de grensovergang met Rusland. Alle campers maken een
uitstapje naar het befaamde St. Petersburg dat slechts op een kleine 160km ligt. Net op tijd
zien we kans de rij te verlaten. De grensposten liggen aan weerszijden van de Narva-rivier en worden geflankeerd door twee forten.
Aan Estse zijde is dat de Hermansburcht en aan de overkant is het Ivangorod, een gigantisch bouwwerk. Tussen de twee kastelen ligt de
Vriendschapsbrug. We lopen om de Hermansburcht heen en hebben een goed zicht op de brug, die vol staat met campers.
Zo ver gaan wij niet. Wij draaien bij badplaats Narva-Joesuu richting Finse Golf. In bebost gebied liggen vrijstaande huizen,
niet ver van de zee. Het oogt allemaal wat sleets. Er komen eigenlijk geen Westerse toeristen, alleen Russen.
Via de E20 rijden we naar Sillamäe, een plaats die lange tijd niet leek te bestaan. In Sovjet-tijd was het een centrum voor de winning
en verrijking van uranium en derhalve verboden gebied. Ook kwam het niet op landkaarten voor. In 1990 werd de productie van verrijkt uranium gestaakt.
Goed mogelijk dat mijn moeder in de jaren zeventig en tachtig om die reden geen toestemming kreeg om naar haar geboorteplaats Rakvere te gaan. Hoewel
Sillamäe nog een stuk oostelijker ligt, kan het verboden gebied zeker een rol hebben gespeeld. Russische paranoia kent immers geen grenzen.
Een menselijke tragedie in een notendop, want wat had zij graag de plekken uit haar jeugd teruggezien en de graven van haar broer Ottomar en ouders.
Maar de bezetters gunden haar dat niet. Te erg voor woorden.
Iets verder draaien we de 187 op tot Toila. Daar begint de 133 die zo prachtig en stil is gelegen langs de Finse Golf. We rijden over de kliffen en
hebben vol uitzicht op de zee. Wat een weg door onaangetast en ongerept gebied. We komen langs de kliffen van Ontika. De camper kan rustig tot
stilstand komen op de geasfalteerde weg, er is toch niemand. Van de weg tot de afgrond is het slechts een paar meter. Natuurlijk gaan we op onze
buik liggen om de kalksteenkliffen van nabij te bekijken. Tegen die kliffen aan groeien allemaal bomen en struiken. Het is een groene massa tussen
de weg en de zee. Als een Est in Sovjettijd vanaf deze stille plek zonder uitkijkposten had willen vluchten, dan had hij er nog een hele kluif aan gehad
om überhaupt bij de Finse Golf te geraken. Maar die tijd is voorbij.
In 1936 heeft de broer van mijn moeder een aquarel gemaakt van de zandsteenkliffen. Jarenlang heeft het in mijn ouderlijk huis
gehangen, nadat mijn moeder het in de Sovjettijd uit bezet Estland had gesmokkeld. Kunst mocht niet worden uitgevoerd.
In Saka zeten we de camper op het grasveld van Saka mõis, met aparte voorzieningen voor camperaars en caravans. Er gaat een trap naar beneden,
naar het strand. Maar omdat wij met de honden willen, gaan we 'binnendoor'. Via een half glibberig bospad komen we uiteindelijk bij de zee. De
zandsteenkliffen rijzen loodrecht omhoog vanaf het strand. We kijken naar
links; we kijken naar rechts: we zijn de enigen. We lopen en zitten op de zwerfkeien die overal verspreid liggen. Weergaloos.
Estland - Käsmu
vorige pagina
naar boven
terug naar intro