Afgebladderde verf op huizen in Vöru, maar wel met een grote charme.
Foto: Stella van Zanten©
Het is het derde jaar op rij dat we door het geboorteland van mijn moeder rijden. Wel is het de eerste keer dat we met de camper in Estland zijn. We
slaken een zucht van verlichting over de goede kwaliteit van de wegen. Gelijk stuiten we op leegstaande fabriekspanden en sovchozen. De Estse
overheid steekt nauwelijks geld in voormalige Russische opstallen, noch voor een opknapbeurt noch voor de sloop. Alles stort vanzelf in elkaar in de
loop der tijd. Als je een beetje door het land rijdt, zie je overal verlaten panden.
Net over de grens, in het zuidoosten van Estland, zien we de eerste mõis, (landgoed met herenhuis), Rogosi. Er zijn er honderden in dit noordelijkste
Baltische land. Een overblijfsel van een rijke geschiedenis.
Vlak daarbij ligt de kerk van Plaani. Deze dateert uit de tijd dat de Russische tsaar regeert over Estland. De bouw begint eind negentiende eeuw.
Tijdens de Russische bezetting gebruikt de lokale kolchoz de kerk als opslagplaats. Tegenwoordig is het pand in gebruik als Russisch-Orthodoxe kerk.
We rijden verder door het heuvelachtige zuiden van Estland. Dit is het enige glooiende gebied van het land, de rest is zo plat als een dubbeltje.
Hier is ook het hoogste punt van Estland: Suur Munamägi. Het is een opvallend druk bezochte plek, derhalve besluiten we om niet omhoog te gaan in de
tientallen meters hoge, stenen toren om van het ongetwijfeld mooie uitzicht te genieten. Het is te onrustig voor onze honden.
We toeren wat door het land, niet gehinderd door verkeer. De meeste tijd is de weg voor onszelf en we hebben dus volop gelegenheid om rond te kijken, heel
langzaam te rijden, te stoppen en foto's te nemen. In Rouge zou een heel oud schoolgebouw staan, maar dat kunnen we jammer genoeg niet vinden. Wel bekijken
we de fraaie stenen kerk met het rode puntdak.
In Vöru zetten we de camper op het grasveld naast het Kurbija hotel. We lopen naar het centrum (zo'n drie kwartier) en zien daar de prachtige,
oude houten huizen die de sfeer van lang geleden uitstralen. Eerlijk gezegd verhoogt het afgebladderde uiterlijk hun charme, naar mijn idee. Omdat
we moe zijn, nemen we de bus terug. Voor een luttel bedrag maken we een rit door Vöru, ook door de buitenwijken. We zijn de enige buitenlanders.
We rijden naar de grens met Rusland. Tussen Värska (in Estland) en Saatse (in Estland) gaat de weg gedeeltelijk over Russisch grondgebied. Al
jarenlang probeert Estland dit gebied in bezit te krijgen. We hebben geen visum nodig, er is geen grenscontrole en we mogen gewoon over de
weg (in Rusland dus) rijden. Alleen stoppen (laat staan uitstappen) is verboden. We filmen en maken foto's van dit bijzondere stukje en we lachen van de
zenuwen. Als we maar niet worden aangehouden, of erger, worden opgepakt. Maar er gebeurt niets en de circa twee kilometer leggen we probleemloos af. Als
we daarna bij de VVV in Värska zijn, zegt de medewerkster angstig: "No, no pictures, or you go to jail." Te laat.
We rijden wat rond en komen bij een rivier. Hier ergens moet de grens met Rusland zijn. Eigenlijk zoeken we een bord of een plakkaat of zoiets, wat de grens
aanduidt. Maar dat zien we nergens. Een passerende postbode moet uitkomst bieden. Met handen en voeten wordt ons duidelijk dat Rusland aan de overkant
van de rivier is. De honden zwemmen volop in het water en zijn er al bijna. Ook wij zouden zo de rivier kunnen oversteken. Maar dát durven we nu net niet.
Een vrouw uit de buurt drukt ons op het hart aan
deze kant te blijven. In de bossen aan Russische zijde zitten grensbewakers; zij houden ons in de gaten. En misschien schieten ze wel. Een aparte plek, zo met
het zicht op Rusland zonder een neergezette grensafscheiding. Aan de Estse kant lunchen we in het gras, onderwijl turend naar de bossen. Maar we zien niets;
geen enkele beweging. Ook blijft het doodstil.
Estland - Peipsimeer en Tartu
vorige pagina
naar boven
terug naar intro