Kinderen vermaken zich opperbest op de steiger in het meer van Siveri.
Foto: Stella van ZantenĀ©
Uren en uren rijden we door de leegte. Er is ook geen ander verkeer. Verbazingwekkend genoeg worden we aangehouden door een
politie-auto. Waar we vandaan komen, paspoort en autopapieren please. Natuurlijk. Beleefd en een tikje onderdanig zijn,
dat is altijd het beste. Zoveel campers zijn er hier ook niet te zien, misschien zijn ze gewoon nieuwsgierig.
We vergapen ons aan de prachtige luchten, die we trouwens in heel de Baltische Staten zien. Een beetje Nederlands licht. Wat zouden
Jacob van Ruisdael en Jan Voerman hier hun hart hebben kunnen ophalen. En wat zou ik die schilderijen graag zien!
Het toerisme is hier nog niet optimaal ontwikkeld, zou je met enig gevoel voor understatement kunnen zeggen. En misschien is dat
maar goed ook, moet het altijd zo blijven. Twee campings telt het oosten, op honderden vierkante kilometers. De eerste is camping
Siveri in Siveri. Schitterend gelegen aan het meer van Siveri. Waarom zou je een andere naam verzinnen? We rijden een pad in waarlangs de
eigenaresse met een trimmer de graskanten maait. We komen uit op een grasveld naast een meer met riet langs de oevers. Wat een plek! Het
duizelt ons gewoon. Hier wil je niet meer weg. Wel moeten er nog lati worden gehaald, want op deze camping kan niet met een plastic kaart worden
betaald, zoals trouwens vrijwel nergens in de Baltische Staten. Eh ja, maar hoe komen we daar aan? Onderweg hebben we nergens een bank gezien,
laat staan een pin-automaat. We kunnen even mee met de eigenaresse, die 's winters in Riga woont. Zij gaat wat inkopen doen.
Onze stoelen zetten we aan de waterkant. Op de steiger proberen kleine kinderen een vis te vangen. Ze zijn driftig met hun hengels in de weer. Ze
hebben geen weet van de recente bezettingsgeschiedenis van hun land. Dat ze nu vrij zijn. Vrij, vrij, vrij. Ze kunnen doen wat ze willen. Dat lijkt
vanzelfsprekend, maar is het niet. Hun ouders zijn nog gedeeltelijk opgegroeid onder de Russen.
Onze idylle is van korte duur. Van over het water komt een donkere lucht aanzetten en de wind
steekt op. Het gaat keihard regenen. Weg onze barbecue. Mijn vriendin heeft de tegenwoordigheid van geest de camper vast verder van het
water af te rijden, want het is daar nu al zompig op sommige stukken. Dat blijkt verstandig. Het regent tot en met de volgende ochtend en
onze oude plek is veranderd in een modderpoel. Omdat de weersverwachting slecht blijft, besluiten we deze goddelijke plek te verlaten, maar
wel met pijn in het hart.
Ergens halverwege Letland zoeken we naarstig naar de andere overnachtingsplek, in het oosten. Er moet een jeugdherberg zijn met plaatsen voor
een camper. We vinden het wel, maar alles oogt dicht. Om ons heen grassen, bomen en leegte. Hier ergens is de Ikon-documentaire 'Aan 't eind van de weg'
opgenomen. De docu
portretteert een oude vrouw in een boerderij die op instorten staat. Er is geen elektriciteit en geen stromend water en om de verharde weg te bereiken,
moet ze drie kilometer
door dicht bos lopen. Haar zoon woont in Noorwegen en haar dochter in Italië. Als ze moeder opzoeken,
komen onuitgesproken gedachten en gevoelens naar boven. Boeiend.
In Balvi doen we boodschappen. We rijden door naar camping Jaunsetas in Alüksne. Weer vragen we de weg. De camping ligt aan het meer van Alüksne,
dat sterk
naar ijzer ruikt. Net als de douche. En dat is niets voor onze verwende neusjes.
Estland - Vöru en Saatse
vorige pagina
naar boven
terug naar intro