Het strand van Vama Veche aan de Zwarte Zee. Foto: Stella van Zanten©
Als we de Tulcea-regio uitrijden, komen we langs Sarichioi, gelegen aan een van de grootste meren van Europa: Lacul Razim. Langs een vrijwel
verlaten weg staat een plaatsnaambord in twee talen, eerst in het Roemeens en daaronder in het Russisch. Het herinnert aan de communistische
tijd toen Roemenië gebukt ging onder de dictatuur van Ceaușescu. Alles had een zweem van geldgebrek, van verval.
Daarin is veel verbetering gekomen, maar bij de Zwarte Zee is dat tot mijn teleurstelling niet helemaal verdwenen. Vanaf het moment dat ik op
school leerde over deze Zee die helemaal geen zee is, maar een meer, wilde ik hier al heen. Het leek me een magische plek, zo aan de kust
van Roemenië tussen Oekraïne en Bulgarije in. En ik had niet gedacht er ooit te zullen komen. Het was een plek ver buiten mijn bereik.
De realiteit is echter enigszins teleurstellend, alles oogt nogal shabby. Vergane glorie zonder dat het ooit glorie is geweest. De Roemeense
camping, met allemaal permanent gestationeerde stacaravans is nog gezellig in vergelijking met het strand. Om er te komen, lopen we vijf minuten
door een half verloederde straat met vrijwel alleen fast food en enkele dronken daklozen. Uit de horecapanden dreunt de muziek naar buiten.
Aan de rand van het strand staan containers in alle kleuren, waarschijnlijk voor de opslag van spullen. Zonder dat we het weten schijnen we in
het Ibiza van Roemenië terecht te zijn gekomen: Vama Veche, het meest bekende vakantiedorp aan de
Zwarte Zee en vlakbij de grens met Bulgarije. Maar van 'Ibiza' is - gelukkig - niets te merken. Ondanks dat het medio juni is, oogt het strand
nagenoeg verlaten. Slechts een handjevol zonaanbidders ligt op een van de strandstoelen of neemt een duik in de zee. Op het strand voornamelijk
lege ligbanken met rieten parasols, waar het overigens wel goed toeven is. Een uitkijkpost voor drenkelingen is verlaten. Maar dat is niet heel
verwonderlijk. Het water is loeikoud, merk ik als ik natuurlijk met mijn voeten in de branding sta. Het zeewater is overigens beslist niet
zwart, maar redelijk helder, gelukkig.
Ergens had ik meer allure verwacht van deze voor mij magische plek, wellicht een soort Zuidfranse boulevard of opgekalefaterde huizen met
houten strandtenten. Maar evengoed machtig om hier dan eindelijk te zijn, voor een korte vakantie aan zee. Morgen weer met de voeten in het water.
De volgende dag beleven we een heuse stranddag aan de Zwarte Zee, met volop blauwe lucht en zonneschijn! Bedjes gehuurd, met op de eerste rang
zicht op een heel kalme zee. En natuurlijk gezwommen. Er waren aardig wat badgasten, die profiteren van het prachtige weer. We halen een vegan
take away burger bij de enige horecazaak met uitstraling, Bolo steak house, en peuzelen die op aan de rand van de branding. Ook ons avondeten
daar genuttigd, met zicht op zee. Top.
De sfeer is goed en als ik de golven zachtjes op het strand hoor slaan en ik de zwoele Roemeense wind ruik, dan ervaar ik voor even toch nog de
magie van de Zwarte Zee.
De stranden Plaja Agigea, Plaja Corbu en/of Plaja Vadu zijn (in het hoogseizoen) wat rustiger.