De doodstille grensovergang tussen Roemenië en Oekraïne. Foto: Stella van Zanten©
Op nog geen half uur rijden van Breb ligt de grens met Oekraïne. Dat vinden we dermate intrigerend dat we naar de
grensplaats Sighetu Marmatiei rijden. Om daadwerkelijk zicht te krijgen op Oekraïne moeten we eerst deze wat grauwe plaats
door met zowaar hoogbouw, Oostblok-flats in alle soorten en maten.
Sighetu Marmatiei, ook bekend als Sighet, herbergde na de Tweede Wereldoorlog de meest beruchte gevangenis voor tegenstanders van
het communistische regime. In de jaren vijftig en zestig verdwijnen veel dissidenten achter de poort, van wie velen er niet meer
levend uitkomen. Heden ten dage is dit complex een museum om deze herinneringen levend te houden.
Met behulp van Google Maps belanden we in een ietwat troosteloze buurt en aan de rand daarvan is de grens. Nadat we het spoor zijn
overgestoken, zien we ineens de grensovergang. In grote letters staat er 'Romania' op. We hangen een klein half uurtje rond en al
die tijd passeert niemand de grens met uitzondering van een vrouwelijke voetganger. Als enige ging zij over de brug der vriendschap.
Pal naast de grensovergang zien we de overblijfselen van de vluchtelingenstroom die na het uitbreken van de oorlog met Rusland,
februari 2022, op gang kwam. Er staan bemande mobiele kantoren van de UNCHR. Om de gevluchte
kinderen en families uit Oekraïne te ondersteunen, hebben Unicef en UNHCR op diverse locaties rond Oekraïne noodhulpposten
(Blue Dots) geopend. Zo ook in Sighetu Marmatiei. Het is een plek waar alleenreizende kinderen of gezinnen even tot rust konden komen
en waar ze op allerlei manieren hulp kregen aangeboden. Inmiddels is de stroom vluchtelingen opgedroogd en lijkt er niet meer zoveel te doen.
We lopen aan Roemeense kant langs het riviertje de Tisza, die de grens vormt tussen beide landen. We lunchen in het gras met vol zicht
op Oekraïne. Het is een vreemd en nauwelijks tastbaar idee dat (veel) verder landinwaarts de Russische bommen alles vernietigen.
Wij kijken uit op een rustig en vreedzaam grensgebied, waar het doodstil is. We zien de huizen aan de overkant, af en toe rijdt er een
auto. Niets doet eraan denken dat er een oorlog gaande is met Rusland. Even verderop staat een politie-jeep. Twee mannen in nieuwe
uniformen bewaken hier in een net zo nieuwe terreinwagen de buitengrens van de Europese Unie. Ze stappen uit en strekken even de benen.
Daarna rijden ze weg. Niets te zien en niets te doen. Een Navo-land en een land in oorlog, aan weerszijden van de Tizla. Er lijkt
geen verschil.
EU-land of niet, als we terugrijden naar het spoor gaan de slagbomen dicht voor de passerende trein. Dat is op zich natuurlijk niet
bijzonder. Wel opmerkelijk is de man die naast het spoor aan een slinger draait, waardoor de slagbomen sluiten. Hij heeft zijn
fiets tegen een paal gezet. Als de trein voorbij is, draait hij opnieuw, nu de andere kant op. De bomen gaan open. En dát zien we
niet veel in andere EU-landen.
We lopen langs het geboortehuis van Elie Wiesel, de joods-Amerikaanse schrijver die de Holocaust overleefde. We gaan niet naar binnen,
maar bekijken buiten op een wand foto's van de jodenvervolging en de aankomst in vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau.
Tot slot bezoeken we het Sighet village museum. Op een flinke lap grond staan diverse huizen waarin de Roemenen honderd jaar geleden leefden.
We lopen een beetje rond in het openluchtmuseum, waar we de nagebouwde houten woningen, schuren, bijgebouwen en een kerk bekijken. Leuk
voor een uurtje.
Terug naar Breb rijden we binnendoor over bochtige wegen door nauwelijks bewoond land, met her en der een schuur of een huis.
Af en toe passeren we een boerenkar, voortgetrokken door paarden.
Kloosters Bucovina
vorige pagina
naar boven
terug naar intro