Goed bewaarde schilderingen op de buitengevels van het Sucevita-klooster. Foto: Stella van Zanten©
We verplaatsen ons naar de streek Bucovina in het noordoosten van Roemenië, tegen de grens met Moldavië. Om daar te komen
maken we met onze camper een prachtige rit door de Karpaten, aanvankelijk met eeuwige sneeuw op de toppen, maar allengs overgaand
in gezond uitziende dennenbossen op de flanken van het berggebied. Beneden stroomt een rivier, aan weerszijden omgeven door hoog gras
met veldbloemen. De huizen liggen her en der verspreid in de open gedeeltes. Wat een magnifieke natuur om ons heen.
Ook hier maken we kennis met het echte plattelandsleven. Veel boerenkarren getrokken door paarden en gras dat met de zeis wordt gemaaid.
Maar verreweg de meeste toeristen komen hier voor de beschilderde kloosters, zo ook wij. Bucovina herbergt tientallen van deze parels, maar
wij bezoeken er drie: Sucevita, Patrauti en Voronet.
Het bijzondere is dat de fresco's niet alleen aan de binnenkant van de kloosters zijn te zien, maar ook op de buitengevels. Al zijn vele
fresco's helaas vervaagd door de tand des tijds, maar andere zijn daarentegen nog in opmerkelijk goede staat. De volledige muren zijn
beschilderd met gekleurde, gedetailleerde Bijbelse taferelen, met engelen en demonen, Heiligen, de hemel en de hel. Diverse
kloosters worden nog altijd bewoond door nonnen en/of monniken. Minstens zo fraai en opmerkelijk zijn de ronde vormen van deze kloosters.
Suceviţa
Het hele kloostercomplex van Suceviţa uit 1585 ziet er verzorgd uit. Dat begint al met de enorme muur die om het terrein is gebouwd. Prachtige
schilderingen sieren de buitengevels. Ook binnen zijn in de enorme ruimtes de mooiste fresco's te bewonderen. Sinds 2010 staat het klooster
vermeld op de Unesco Werelderfgoedlijst. Het klooster is op bezoekers ingesteld, zoveel is duidelijk. Binnen staan overal vrijwilligers om het
gedrag van de bezoeker in de gaten te houden. Buiten lopen enkele nonnen in hoog tempo naar hun vertrekken, maar een priester geeft
er de voorkeur aan om met menig bezoeker op de foto te gaan. In een hoekje van de woonverblijven hangen de gewaden van de priester op een
rekje te drogen, naast de opvangbakken voor het regenwater en het raam met de plantjes in de vensterbank. En zo krijgt het klooster naast
alle Bijbelse elementen toch weer een menselijk gezicht.
De volgende ochtend eten we een broodje naast de begraafplaats van het klooster. Als we een beetje rondlopen op de begraafplaats, zien
we iets opmerkelijks. We treffen een graf wat nog geen graf is, want er ligt (nog) niemand in. Maar verder is het kant en klaar. De
grafzerken liggen er al, inclusief de grafstenen met daarop de portretfoto's van het echtpaar dat nog springlevend rondloopt. De steen
vermeldt dus alleen de geboortedata. Dit is nu wat je noemt een goed voorbeeld van vooruit denken.
Op weg naar het Patrauti-klooster toeren we een beetje door de streek Bucovina. Overal wordt fiks gebouwd, de (grote) huizen schieten als
paddenstoelen uit de grond. Allemaal vrijstaand en de meeste al bestaande huizen zijn jonger dan tien jaar. Blijkbaar zijn er steeds meer
mensen met geld, hier in het noorden. Daartussen de traditionele houten huizen met gezellig erf. Op de wegen komen we veelvuldig paard en
kar tegen, soms met gereedschap erop en dan weer met een enorme stapel hooi. Bovenop zitten de bestuurder en de passagiers. Echt leuk om te
zien. En allemaal knikken en groeten ze even vriendelijk. In het niets staat zomaar een kapelletje. Voor wie, vraag je je af.
Patrauti
Bij het Patrauti-klooster moeten we eerst de ketting door de poort losmaken. Er is niemand en de deur van het klooster is op slot. Aan de
overkant van het weggetje roepen we de hulp in van een non. Zij gaat ons voor en opent het heiligdom speciaal voor ons. Ze blijgt nog
even dralen omdat we twee euro per persoon moeten neertellen om ook de binnenkant van deze onontdekte parel te mogen bewonderen. Het klooster
is niet al te groot en heeft prachtige rondingen en een heel stijlvol dak, ook met rondingen. De schilderingen aan de buitenkant zijn jammer
genoeg grotendeels verdwenen, maar binnen is alles in zeer goede staat. Als we hebben betaald, laat de non ons alleen en kunnen we in alle rust
de fresco's op ons gemak bekijken. Ook buiten lopen we nog even rond. De houten toren is de moeite van het bekijken waard. Plotsklaps wordt de
stilte 'verstoord' door een boer op een ratelende kar en hoefgekletter van het paard, die buiten het omheinde complex voorbij komen. We zien hem
niet goed, maar horen hem des te beter. De boer is goed gehumeurd. Luidkeels zingt hij een Roemeense ballade. Het past wonderwel bij de rust van
het charmante klooster.
Vanaf de camping toeren we opnieuw over prachtige binnenwegen door de streek. Het valt ons op dat op veel plekken de huizen worden gescheiden
van de weg door een smal watertje, een soort gracht, en een grasstrook met rozenstruiken en goed onderhouden bloemperken. Voor de woningen staat
een bankje waarop de bewoners het leven van alledag met elkaar doornemen. Ze staren ons nadrukkelijk na als we passeren.
De huizen zelf zijn rijk aan versieringen, die per regio verschillen. We zien mooie ijzeren randjes onder de daken, vaak in pastelkleur geverfd
en op de gevels geverfde motieven. Als je een beetje kijkt, zie je allemaal details op de huizen. Her en der zien we mannen op ladders die
heel behoedzaam met de verfkwast in de weer zijn. Ook de enigszins versjacherde houten woningen zijn getooid met siermotieven en al dan niet met
koeien of geiten in de tuin. Charmant? JA! Niet in het minst doordat er echt om de haverklap een ooievaarsnest is te zien op een van de
telefoonpalen (of elektra). Allemaal met kleintjes.
Voronet
Door naar het derde klooster wat we willen bezoeken, in Voronet, maar dat blijkt een commercieel circus met ritjes met paard en
wagen en 120 kraampjes. De parkeerplaats is overvol en ons wordt een van de laatste plekken gewezen. Om bij het klooster te komen, moet
je uiteraard eerst langs de kramen. Het klooster is hier van ondergeschikt belang, zo lijkt het. We zijn niet naar binnen geweest. Wel bij
een kraampje heerlijk Roemeens brood met speciale 'deklaag' gegeten (een traktatie) en bij een andere kraam Roemeens keramiek gekocht.
En zo doen we toch mee aan de commercie rondom Voronet.