De welpjes zitten zonder angst bij de vrijwilligers. Foto: Stella van ZantenĀ©
De middagen bestaan uit klusjes en zitten-bij-de-cheetahs. Eén keer in de week maait een werknemer met een trimmer enorme
oppervlakken 'gras',
waarna de vrijwilligers moeten harken. Zwaar werk, want de hark blijft constant achter pollen haken. Al het gras wordt in een groenbak gedaan, die
honderden meters verderop moet worden leeggegooid. Vervolgens komt er controle en als het niet goed is, moet je sommige stukken opnieuw doen.
Samen met het slachten is dit een vaste terugkerende taak. Andere klussen zijn willekeurig, maar net wat er op dat moment moet gebeuren. Vaak moeten
we pittig tuinwerk doen. Takken zagen en struiken snoeien. Alles zit vol met doornen. Zowel het slachten als het harken en het tuinwerk worden
niet vermeld in de ons op voorhand verstrekte informatie. Ergens krijgen we het idee dat van alles bedacht wordt om ons bezig te houden tot voedertijd,
want op stille middagen is het veel wachten en hangen. Hoe blasé het ook klinkt, zelfs voor ons is het soms te veel van het goede om vier
weken lang, zes dagen in de week uren bij enkele cheetahs door te brengen, zonder dat er daadwerkelijk iets gebeurt.
Heel af en toe staat er zowaar iets leuks op het programma. Eén keer mogen we meehelpen met de bouw van een klein, houten A-huisje, waarin een cheetah
zich 's nachts kan terugtrekken en een andere keer rijden we met een Jeep langs de kilometers lange omheining ter controle van het gaas. Het voelt
als een middagje vrij en we zijn allemaal opgetogen.
Zondag hebben we voor het grootste deel voor onszelf. De cheetahs krijgen in de ochtend een paar botten toegeworpen, maar de rest van de dag kunnen
we naar eigen inzicht besteden. Nou ja, ver kunnen we niet. Eenmaal lopen we naar de vlakbij gelegen Vaal-rivier en dat is leuk voor een aantal uren.
Op werkdagen zien we twee keer een 'cheetah-run'. Op het complex ligt een strook gras van ongeveer honderd meter lengte. Aan een uiteinde zit een lier met
een veer, waaraan een kluwe touw is bevestigd. De lier wordt over de volle lengte uitgetrokken. Twee cheetahs staan klaar om er achteraan te rennen zodra de
veer wordt losgelaten. Rennen maar. In slechts enkele seconden is de lier terug bij af en zijn ook de cheetahs aan de overkant. Nu kunnen we goed zien hoe
ongelooflijk snel zij zich voortbewegen, in jacht op een prooi. 'Born to run'.
De run is echter niet speciaal voor ons, maar voor betalende bezoekers. Maar dat geeft niet, want wij mogen meekijken. In de laatste week, als we ons
beklag hebben gedaan over het niet nakomen van beloftes, wordt er twee keer alleen voor de vrijwilligers een run gehouden.
Grote positieve uitschieter is het uitje naar het Kruger park. Twee nachten verblijven wij in dit immense park in het noorden van Zuid-Afrika. Lizzy
is de chauffeur. Hoewel we slechts een klein deel van Kruger zien, is dit voor de meeste vrijwilligers één van de hoogtepunten tijdens
onze deelname aan het vrijwilligersproject.
Ook mogen we een keer mee met een game-drive voor bezoekers, op het terrein van Savannah. We zien vier neushoorns, verder niet veel bijzonders.
Maar de allergrootste (positieve) verrassing is de aanwezigheid van de welpjes. Ongeveer een week voor onze aankomst zijn er vier welpen geboren. Gelijk
na de bevalling is het viertal weggehaald bij de moeder. Estelle doet elke twee uur de voeding, dag en nacht. Helaas overlijdt er eentje. Dat scheelt
een hoop inkomsten. Na drie weken mogen we in het verblijf van de welpen. Dat is echt leuk. De kleintjes waggelen over de vloer en spelen voortdurend met
elkaar. Na verloop van tijd komen ze op ons af en kruipen ze over onze benen en schoot. We mogen ze aanraken. Dat is natuurlijk geweldig. Nooit gedacht dat
ik nog eens een cheetah-welp zou vasthouden. Dank je wel, Estelle.
Middagklus voorbij, daarna zijn we vrij. Dat betekent in de praktijk dat we moeten wachten tot een uur of vier, half vijf, want dan begint het voederen. Afgepaste
hoeveelheden vlees zijn ontdooid en deze worden tot op de gram nauwkeurig gewogen en in bakken gedaan. Voor elke cheetah een eigen bak. Ilse en
Lizzy zetten de bakken in de hokken en wij hobbelen er achteraan. Vanuit de corridor tussen de verblijven kijken wij toe hoe de ene bak wordt verorberd
en een andere bak heel langzaam wordt leeggegeten. Leuk om te zien. In onze vierde week worden mijn vriendin en ik opgewaardeerd in status. We gaan
van drie (het laagste) naar twee. Dat betekent dat we onder toezicht sommige cheetahs mogen voeren. Het is wel een kwestie van vlug de bak
neerzetten en nog sneller je hand terugtrekken, want ze vallen echt aan op het eten. Ook mogen we zonder begeleiding in sommige verblijven alleen
naar binnen.
Tot de voedertijd mogen we bij enkele cheetahs zitten. Sommige zijn redelijk tam en lopen 'vrij' rond bij het huis van het echtpaar Kemp. Dat is uiteraard
een overweldigende ervaring: kroelen met cheetahs. Heel zachtjes kriebelen we in hun nek, in het bijzijn van Lizzy en Ilse. Soms spinnen ze als
een kat, maar dan tien keer zo hard. Het is bijna onwerkelijk dat
dit echt gebeurt. Wel ben ik voortdurend op mijn hoede. In een fractie van een seconde kan het fout gaan. Zo word ik één keer van achteren
benaderd door een cheetah, die aan de rand van mijn pet knabbelt. Ik zit op de grond en mijn hoofd is dus op gelijke hoogte met zijn kop. Lizzy maant mij
onmiddellijk doch rustig op te staan. Cheetahs zijn gek op prooien van hun omvang of kleiner. Er gebeurt niets, maar ik ben me wel het ebbelebbe
geschrokken. In gedachten voelde ik al de kaken om mijn keel, want dat is wat cheetahs doen.
Iets na vijven worden we teruggebracht naar het vrijwilligerscomplex. Douchen en koken. Want de avondmaaltijd moeten we zelf verzorgen. Bij toerbeurt
bereiden we iets, waarna we gezamenlijk eten. Daarna is er tijd voor jezelf. Wel binnenshuis, want het is vroeg donker. De vrijwilligers lezen een
boek, kletsen met elkaar of doen een spelletje. Er is geen televisie. De accommodatie telt één laptop en die is voor Lizzy. Net zoals
zij haar eigen koelkast heeft en de wasmachine mag gebruiken. Onze was wordt gedaan door de vrouwen, en altijd op 30 graden. Schoon wordt het dus niet.
Schrijnend is ook Lizzy's gebrek aan privacy. Doordat de laptop in een hoekje van de centrale ruimte staat, horen wij allemaal hoe zij via de webcam
snikkend van haar moeder verneemt dat hun huis in Schotland wordt verkocht. Dat is heel moeilijk voor Lizzy. En wij horen het met kromme tenen aan.
In onze laatste week worden we elke middag ingezet op het nieuwe complex. We lopen vanaf onze accommodatie met kruiwagens, harken en scheppen zo'n
twintig minuten naar een terrein waar de cheetahs zullen gaan wonen. We moeten duizenden stenen, grote en kleinere, weghalen en ergens neergooien.
Doornige bomen moeten gesnoeid met botte zagen. Het valt ons zwaar. Nieuw aangekomen vrijwilligers weten niet wat ze meemaken. Eentje was hiervoor
bij een leeuwenproject in Livingstone (Zambia) - ook een project van African Impact - en had het daar geweldig naar haar zin. Drie keer per dag mocht
ze zich bezighouden met training van leeuwen. Hier moet ze zwoegen in de steengroeve. Jammer genoeg hebben wij niet voor dat project gekozen. Als we
vragen waarom er geen machines worden ingezet voor het opschonen van het terrein, horen we dat dat geld kost. En vrijwilligers doen alles gratis.
Als onze vier weken erop zitten, is Estelle in geen velden of wegen te zien. Pieter geeft ons een hand. Daar blijft het bij.
We maken een laatste rondgang langs de cheetahs Nala, Jamaima, Rommel, Kane, Finley, Penny, Shakira en Nikita. Ik heb een brok in mijn
keel. Het is toch lastiger dan ik dacht om gedag te zeggen tegen de dieren. Met sommige heben we echt een band gekregen. Ook al hadden
we zo onze teleustellingen, het gaat uiteindelijk toch om de cheetahs en zij hebben ons iets unieks gegeven dat ons altijd zal
bijblijven.
vorige pagina
naar boven
terug naar intro