Okavango
Vanuit Maun rijden we naar de Okavango-delta, met haar duizenden vertakkingen de grootste inlandse delta ter wereld, zo groot als de helft van Belgiƫ.
De Okavango-delta is zó mooi. Een stille wildernis, gevuld met dieren. Koop het fotoboek de Okavango-delta van de Nederlandse fotograaf
Frans Lanting en kijk je ogen uit. Net zoals wij doen: vanuit de mokoro of lopend. De dieren zijn hier nog schuw, niet gewend aan mensen. Als we te
voet iets te dichtbij komen, stuiven ze angstig alle kanten uit. Als de stofwolk is opgetrokken, zijn ze allemaal verdwenen.
Onze reisleider en zijn vrouw blijven achter, wij stappen over in open jeeps en nog later in een speedboot, tot de nok toe gevuld met benodigdheden
voor een tweedaags kampement. Supersnel klieven de boten door het water, avontuur!
Het contrast met de mokoro's is groot. Alle spullen worden overgeladen in de uitgeholde boomstammen, waarin nog plaats is voor twee personen en de
'stuurman'. Hij steekt zijn lange stok in het ondiepe water en duwt de mokoro heel rustig vooruit. We glijden in een cocon van stilte door de Okavango.
Langs de oevers volop riet en grassen in gele en groene kleuren. Af en toe zien we grazende impala's op de oever en olifanten, die hun dorst komen lessen.
Ergens gaan we dwars door het riet aan land. De tenten moeten in een rij naast elkaar en een boomstam is onze zitplaats. We eten voedsel uit blik. De
mannen slaan stukjes van brandende stammetjes en op de kooltjes wordt een pan gezet. Zo kook je in de bush. Even praktisch als simpel.
De volgende dag gaan we op game-walk. We worden begeleid door de 'stuurmannen'. Daar gaan we, in een rijtje door de bush. Zonder wapens. Dat vind ik
wel een beetje eng. Groepen zebra's stuiven uit elkaar als ze ons spotten. Als ze stilstaan, sluipen we dichterbij. Stapje voor stapje. En nóg een stapje
en dan sta ik goed voor een mooie foto. Maar een groepslid achter mij doet onstuimig. Daar gaat mijn wild, en mijn foto. Er groeien grote bomen met vruchten.
De olifanten duwen tegen de stam, net zolang totdat de vruchten vallen. Hmmm. Lekker.
's Avonds eten we opnieuw uit blik, bij het kampvuur. De zwarte mannen eten eerst maispap; met de rechterhand pakken uit de pan en de linkerhand brengt
de pap naar de mond.
De volgende ochtend verlaten we de delta. De mokoro's moeten ons terugbrengen naar het 'vasteland'. Maar er staat weinig water op onze route. Als eerste
stapt de stuurman in het ondiepe water. Dat scheelt gewicht. Maar het is niet genoeg, de boomstam komt onvoldoende los van de bodem. In gebarentaal maakt
de gids ons duidelijk dat wij er ook uit moeten. Maar we zijn zojuist een nijlpaard gepasseerd dat in een dieper poeltje zijn eigen biotoopje heeft geschapen.
Nijlpaarden zijn erg gevaarlijk, zowel in het water als op het droge. Dat uitstappen vind ik derhalve niet erg aantrekkelijk. Maar het moet, anders
zitten we vast in de delta, in een mokoro. De gedachte aan eventuele krokodillen blokkeer ik. Ik denk aan mijn vader. Als hij dit zou weten, zou hij me
verbieden ooit nog af te reizen naar Afrika. We stappen behoedzaam door het water, op vele plekken begroeid met riet. Af en toe zakken we weg in de
zompige bodem. Onze schoenen zijn gevuld met water en modder en riet en haast. Zo snel mogelijk banen we ons een weg uit de delta. Weg van het nijlpaard.
Chobe
naar boven
vorige pagina
terug naar Truck en Jeep