Makgadikgadipans
Onze reis trekt Botswana in. We slaan ons kamp op in het gebied van de Makgadikgadi-pans. Ons hele huishouden komt uit en van de twee jeeps: tenten,
slaapzakken,
kookgerei, tafels, stoeltjes en hout voor het kampvuur. Want hier is niets. Alleen de zeer uitgestrekte zoutvlaktes. In deze valleien iets ten noordoosten
van de Kalahari-woestijn
stoppen we op het witte zand. En inderdaad, het smaakt naar zout. De tenten zetten we in een cirkel bij het vuur. Deze opstelling geeft nog enig
gevoel van veiligheid. De meereizende kok bereidt samen met twee mensen uit de groep een maaltijd in het laatste licht. Van oost tot west met niets
daartussen raken de (zonne)stralen de aarde. Wat een oneindigheid. Wat een onmetelijkheid. We kijken tot aan het einde van de wereld, zo lijkt het.
En nog verder.
Om zes uur is het donker en wordt het ook een stuk koeler. De kreten van de hyena's trillen over de vlakte.
Heel even voel ik me onveilig en kwetsbaar voor het kwaad. Als de beide jeeps terugkeren van... Ja, van wat eigenlijk? Al in de verre verte zien we hun
koplampen in de duisternis. Wat als het anderen zijn? Waar gaan we dan heen? Geen plek om te schuilen. Maar na enkele, lange seconden komt de opluchting.
Ze zijn van 'ons'.
De sterrenpracht wordt steeds duidelijker
zichtbaar en tot het slapen gaan verwarmen we ons aan het vuur en aan de hemel. Wat een geweldige plek. Ik kan niet stoppen met kijken, naar die werkelijk
waanzinnige sterrenhemel boven ons. Een bijna witte baan met daar omheen duizenden en duizenden
sterren. En het is zó STIL. Zo verschrikkelijk stil. Het is misschien wel het mooiste wat ik ooit heb gezien of meegemaakt. Ik voel me los
van de aarde; in een andere wereld, al weet ik niet waar. Wellicht dichter bij mijn overleden moeder, die hier ergens is.
Tegelijkertijd voel ik me heel dicht bij de oorsprong. Het leven zoals het ooit was. Voordat de mensen kwamen.
Ik ben één met de sterren, de nacht, het zwarte donker, de stilte en het niets.
Okavango
naar boven
vorige pagina
terug naar Truck en Jeep