Bulawayo
We landen in Harare (Zimbabwe) en slapen in het heel leuke Bronte hotel. De volgende dag zoeven we over de goed uitziende asfaltwegen naar Masvingo.
Onderweg zien we diverse 'stalletjes' met allerlei beelden, die gewoon op de grond staan. Beelden van hout en grote nijlpaarden van
steen, dat in de omgeving van Masvingo wordt gewonnen, zo wordt ons verteld.
Op het eerste gezicht maakt Zimbabwe een beduidend rijkere indruk dan bijvoorbeeld Kenya. We zien vele huizen van steen met zelfs dakpannen in
tegenstelling tot de lemen hutjes in Kenya. Ook de Zimbabwaanse hutjes zijn opgetrokken uit steen met rieten daken.
Vlakbij Masvingo liggen de Great Zimbabwe Ruins. Daar nemen we een kijkje. Heel bijzonder vind ik het niet. Volgens Wikipedia is Groot-Zimbabwe
de ruïne van een oude stad, ooit de hoofdstad van een rijk dat zich mogelijk uitstrekte over wat nu Zimbabwe en Mocambique is.
Het staat op de Werelderfgoedlijst van Unesco.
In Bulawayo blijven we drie dagen en niet tot onze tevredenheid. We slapen in het Selborne hotel. Volgens de Belgische reisleider is het hier
erg leuk, maar wij vinden er niets aan. Het ligt midden in de stad ("levendige buurt") en het verkeer raast langs onze donkere kamer. Nadat we de
avond ervoor echt niet lekker hebben gegeten, willen we nu naar een goed restaurant. We lopen voorbij de 5de, 6de en 7de straat, steeds verder van
het centrum af. Het restaurant zit in de 14de straat. Maar ter hoogte van de 12de is er geen straatverlichting meer en is de omgeving pikkedonker.
We durven niet verder.
Bang voor beroving, bedreiging, enz. We draaien om en lopen naar de andere kant van het centrum. Maar ook daar lopen we het donker in. Het is nog twee
straten naar een restaurant waar veel blanken komen. Maar we durven eigenlijk niet door te lopen. We passeren een grote stapel jute zakken, waartussen
volwassenen en kinderen liggen. Met hun handelswaar brengen ze de nacht door op straat. Ik vind het doodeng en wil omdraaien. Maar mijn gezelschap
zegt: "doorlopen". Het eten in het restaurant is heerlijk. We betalen vijftig gulden voor drie personen, inclusief drank. We gaan terug met de taxi. In de
voorruit zit een kogelgat. De portieren hangen ongeveer met elastiekjes aan elkaar. En het interieur ziet er nogal versleten uit. Maar hij rijdt en voor
drie Zimbabwaanse dollars (50 cent) worden we afgezet voor de deur van ons logeeradres.
Vanuit Bulawayo maken we een dagtrip naar Matobo national park. We worden opgepikt door twee busjes van Rhino Safari Trucks, want we mogen niet
met ons eigen vervoer het wildpark in. We vinden Matobo heel mooi, met veel rotsformaties. We worden langs prehistorische rotsschilderingen van de
Bosjesmannen geleid. Ook ligt hier het graf van Cecil Rhodes, stichter van de Britse kolonie Rhodesië (Zimbabwe en Zambia).
De ranger wijst ons ineens op een volwassen neushoorn met kind. Het park staat bekend om zijn neushoornpopulatie. Vanaf een hoger gelegen rots zien
we het tweetal rustig scharrelen. Volgens een reisbeschrijving is het landschap eveneens een ideale leefomgeving voor luipaarden, maar die zien we
helaas niet. Een groot deel van de dag zoeken de rangers naar nog meer neushoorns en inderdaad zien we er nog diverse. Vlak voordat we het park
uitrijden, zien we in het open veld, tegen de achtergrond van rotsen, ineens een groepje giraffes staan. Ze lijken verrast ons te zien. Enigszins
afwachtend kijken ze naar ons. Maar wij vormen geen gevaar, dus blijven ze waar ze zijn.
Makgadikgadipans
naar boven
vorige pagina
terug naar truck en Jeep