Menu
the subway
the subway

The Subway


the subway the subway the subway the subway the subway "What is the Subway"?, vragen we aan de ranger in het bezoekers-centrum van Zion. "O, you will see. Just do the hike." Na enkele uren flink doorlopen door de Left Fork Trailhead bereiken we the Subway. Het is een prachtige, urenlange wandeling langs rotsen en door een rivierbedding. De uitsparing in de rots heeft de vorm van een ondergrondse tunnelbuis, zoals bij de metro. In de 'buis' liggen poeltjes gevuld met ijskoud water en hebben de wanden allerlei tinten blauw. Het is er koel. De warmte van buiten lonkt. We beginnen aan de terugtocht. Maar als we op plek X omhoog moeten, gaat het mis.

Mijn rechtervoet glijdt weg op de rode aarde. Er roffelen diverse stenen naar beneden, kleine en grotere. Vol in de richting van mijn vriendin. Ze kan de mini-lawine ternauwernood ontwijken. Op zo'n helling kun je geen kant op.
We zijn ergens in de heuvels van nationaal park Zion. Bijna zijn we bij de plek waar we ruim 100m zijn afgedaald om de lange route door de rivierbedding naar the Subway te maken. Maar we zijn verdwaald. Het moet hier ergens zijn, maar we weten niet precies waar we omhoog moeten. En in dat 'niet-precies' schuilt het ongemak. Na veel rondkijken en nadenken, besluiten we toch maar te klimmen. Al snel blijkt dat we niet goed zitten.
Ergens op die helling vol gruis kijk ik om. Tot mijn verbazing zie ik beneden een andere wandelaar aankomen. Hij komt achter ons aan. Eenmaal boven blijkt dat ook hij is verdwaald.
Net als wij heeft hij nergens meer de markeringen gezien. Net als wij is hij even het spoor bijster. En net als wij wil hij graag naar zijn auto, die ergens 'daarachter' geparkeerd staat.
Het is heet, ons water is allang op. Maar de jonge Amerikaan heeft nog een voor driekwart gevulde fles. Hij deelt de inhoud met ons. Gezamenlijk proberen we logisch te redeneren. We denken na over de stand van de zon (vanochtend en nu), zoeken naar herkenningspunten (niets) en besluiten het stroompje te volgen dat we op de heenweg ook zagen. Dat blijkt heel verstandig.
Toch slaat de paniek bij ons alledrie enigszins toe als de zon steeds verder zakt, ook zíjn waterfles leeg is en we dreigen af te stevenen op een koude nacht tussen ratelslangen en schorpioenen.
Natuurlijk staat ons kenteken geregistreerd bij het bezoekerscentrum, natuurlijk ontdekken ze bij donker dat we nog niet terug zijn. Natuurlijk stelt dit ons niet gerust.
Maar dan. In een laatste zonnestraal reflecteert in de verte ineens een autodak. Verdomd. Dáár staan ze. Na nog eens ruim een half uur lopen komen we aan. We nemen opgelucht afscheid van elkaar, maar het is overduidelijk dat we alledrie in ons piepzak hebben gezeten en dat dit avontuur ook heel anders had kunnen aflopen.

Death Valley

vorige pagina

terug naar intro